Vandaag ontving ik een interessant boek via de post. Genietend van het zonnetje, heb ik snel een blik geworpen in het boek. Een boek over ‘Werkdruk’. Interessante literatuur. De eerste pagina begon gelijk al met een testje dat je snel zelf kunt doen.
De vraag was om aan te geven wat jij ervaart als werkdruk en wat jij ervaart als werkplezier. Mijn eerste gedachte was: “Het zou handig zijn om een definitie te hebben van beiden”. Maar ik wilde best antwoord geven; ook zonder definities.
Werkplezier: het doen van leuke, interessante, uitdagende taken. De mogelijkheid hebben om je tijd zelf in te kunnen delen (meestentijds). Maar ook het houden van brainstormsessies over veranderingen in de organisatie.
Werkdruk: dat was wat lastiger te bedenken. Want in het werk dat ik nu doe, heb ik weinig last van werkdruk. Soms is het wel druk op het werk; moet er van alles op tijd af of zelfs alles tegelijk gedaan worden. Maar dat is voor mij geen ‘werkdruk’. In mijn gedachten heb je ‘last’ van werkdruk als het de taak of zelfs je job niet leuk is. Dat alles teveel wordt en er geen zicht is op verbetering. Dat alles wat je aanpakt verkeerd uitpakt. Geen plezier in je werk. Energievreters in plaats van dat je energie krijgt.
Ik herken dit wel hoor. Natuurlijk heb ik ook werk gedaan dat meer energie vrat dan dat ik kreeg.
Wat kun je zelf doen om – ook al zit je in een minder leuke baan – er toch wat leuks van te maken? Geef eens een energiegever aan je collega’s. Een compliment, maar dan wel oprecht en gemeend. Bij voorkeur iedere dag aan iemand anders. Ik weet zeker dat je jezelf daar snel beter bij voelt maar ook dat de ander zich beter gaat voelen. En zeker weten dat jij zo’n energiegever terug krijgt. Probeer het eens een paar dagen. Ik vind je bij voorbaat een topper!